vrijdag 4 september 2015

In mijn hoofd

Ik vertrek naar Carglass, 10 minuten extra genomen voor de volgens Google Maps 25 minuten durende rit. De GPS zegt 29 minuten. Een eerste golfje onrust, ineens heb ik maar 4 minuten extra, dat is weinig. Wat ochtenddrukte onderweg, de weg misschien niet meteen vinden, ... is 4 minuten extra wel genoeg... ik probeer het los te laten, wat moeilijk wordt als er een tractortje dat 25km/u rijdt nog gauw voor me de weg op rijdt. De weg, zo'n kronkelend ding met nog een brug onderweg.... misschien 500 meter lang dat die tractor voor me rijdt, maar dat golfje wordt allang overspoeld door een grotere golf en ik hou mijn GPS in de gaten... ja hoor, zie je wel... ineens heb ik nog maar 3 minuten op overschot. En ik bedenk me dat ik die tractor vermeden zou hebben als ik niet gauw terug naar binnen was gelopen om een pen mee te nemen... een extra pen eigenlijk want meestal zitten er verschillende in mijn handtas... maar ik wou zeker zijn natuurlijk. Compleet zinloos om deze beslissing te gaan evalueren en me er druk over te maken, maar dat doe ik toch.

Intussen rijden we weer - min of meer vlot - en ik probeer me niet alleen te focussen op dat tijdstip op mijn GPS, maar ook op de weg. Uiteindelijk zie ik zelfs weer een 4 verschijnen en ik ontspan weer een beetje. Ik ga het gewoon halen...

En dan staan we stil... midden in een dorpscentrum. Ik kom daar nooit en denk eerst nog dat het weer aan die ochtenddrukte ligt. Je hebt nog 4 minuten extra, denk ik, eventjes wachten tot ik dat knooppuntje voorbij ben, het zal geen ramp zijn... ik tel hoeveel auto's vertrekken wanneer het groen wordt en erger me als het er eens eentje minder is. Dit gaat niet vooruit... Mijn buik trekt samen als ik zie dat mijn overschot weg is... en nog steeds weinig beweging.

Wanneer de beelden van een geïrriteerde onthaalmedewerker voorbijkomen, beslis ik alvast een telefoontje te doen naar de Carglass vestiging. Op tijd komen gaat niet meer lukken, dan tenminste op tijd verwittigen. Terwijl ik stilsta, kijk ik in mijn handtas, geen telefoon te vinden, wel enkele pennen. In het bakje in de auto waar ik die telefoon ook soms leg ligt enkel het papiertje met het adres en telefoonnummer. Misschien heb ik de telefoon in mijn laptoptas gestoken. Nadat ik nog eens een metertje vooruit mag rijden, neem ik de tas en voel en kijk... maar geen telefoon. Komaan... niet nu! Een paar meter verder is de laptoptas helemaal leeggehaald en omgekeerd, en terug gevuld, maar zonder succes. Met de handtas doe ik hetzelfde, maar het enige wat mijn aandacht trekt, zijn de 5 pennen die erin zitten. Geen telefoon dus... ik overloop mijn vertrek en ik kan me ook niet herinneren dat ik 'm meegenomen heb. In gedachten zie ik 'm liggen langs mijn laptop, waar ie meestal ligt. Al klopt dat beeld ook niet, want de laptop is wel mee.

In elk geval, ik besef dat ik niet kan bellen terwijl ik zie dat ik al 6 minuten te laat ga zijn. En nog steeds gaan we tergend traag... Dit is geen gewone ochtenddrukte meer. De buikpijn wordt erger en mijn hoofd draait zot. Ik zie mezelf steeds opnieuw binnenkomen, mezelf excuserend voor het te laat komen en het niet kunnen verwittigen en ik krijg een opeenvolging van geïrriteerde blikken, boze reacties, "had je niet even kunnen bellen" of "hoe vaak hebben we dat excuus al niet gekregen". Ik voel me schuldig, beschaamd, gehaat en uitgelachen. Ik wil ergens wegvluchten waar ik nog niet eens ben geraakt. Ik overweeg om te keren en naar huis te gaan, maar die ruit moet echt vervangen worden.

Uiteindelijk rijden we weer - de brandweer probeert een auto die rechtop tegen een berm hangt weg te slepen en hopelijk is niemand gewond - en in mijn hoofd oefen ik mijn excuses en de snelste manier om mijn spullen uit de auto te nemen om geen tijd te verliezen. Ik zit nog teveel in mijn hoofd en ook al duid mijn GPS het goed aan, ik rijd toch nog voorbij de voorsorteerstrook. Gelukkig kan ik vrij snel terugkeren en recht voor de ingang parkeren.

Ik grabbel alles snel bijeen, ga duizelig en snel ademend naar de deur, begin me excuseren nog voor ik goed en wel binnen ben, mentaal voorbereid op allerhande onaangename reacties van de onthaalmedewerker. En dan hoor ik "Geen erg mevrouw, dat kan gebeuren, geef uw sleutels maar dan kan mijn collega eraan beginnen. U kan daar iets te drinken nemen en er zijn kranten en tijdschriften. Of wilt u graag de wifi gebruiken...."

Ja, dat kon ook natuurlijk. Even niet aan gedacht...

(mijn telefoon? Die had de vriendelijke man die mijn ruit vervangen heeft tijdens het stofzuigen van de auto - yay voor extra service - gevonden... uit mijn tas gevallen zeker?)

2 opmerkingen:

  1. Eind goed, al goed !
    Denk bij 'de volgende keer' (al wens ik je dat uiteraard niet toe) aan de vriendelijke reactie van deze onthaalmedewerker !
    Liefs!

    BeantwoordenVerwijderen